• FR
  • NL
  • EN

Beleidsrichtsnoeren om het concurrentievermogen van de EU te stimuleren ?

Het voorjaarspakket van het Europees Semester 2025 analyseert de belangrijkste economische en sociale uitdagingen in de hele EU en biedt de lidstaten beleidsrichtsnoeren om het concurrentievermogen, de welvaart en de veerkracht te versterken. Daartoe bevat het landspecifieke aanbevelingen (LSA's) en bevordert het hervormingen en investeringen die zijn afgestemd op deze EU-prioriteiten.

De gepresenteerde beleidsrichtsnoeren komen in een tijd van een bijzonder volatiele handels- en veiligheidsomgeving. Het is nauw verbonden met het kompas voor het concurrentievermogen, de vijfjarige routekaart van de Commissie om de veerkracht en de mondiale positie van de EU te versterken. Het pakket van vandaag is ook de eerste beoordeling van de vooruitgang van de lidstaten in het kader van het herziene kader voor economische governance en hun budgettair-structurele plannen. In het licht van de toenemende veiligheidsuitdagingen wordt ook voor het eerst gebruikgemaakt van de nationale ontsnappingsclausule (NEC) in het kader van het stabiliteits- en groeipact. Het NEC heeft tot doel de overgang naar hogere defensie-uitgaven te vergemakkelijken en tegelijkertijd de houdbaarheid van de begroting te waarborgen.

Gerichte aanbevelingen aan de lidstaten

In de landverslagen 2025 worden de economische, werkgelegenheids- en sociale ontwikkelingen in elke lidstaat beoordeeld, in overeenstemming met de prioriteiten van het kompas voor concurrentievermogen. De lidstaten worden aangemoedigd hun concurrentievermogen te vergroten door de innovatiekloof te dichten, het koolstofvrij maken in overeenstemming met de Clean Industrial Deal te bevorderen, buitensporige afhankelijkheden te verminderen, de veiligheid en veerkracht te vergroten, onder meer door defensievermogens op te bouwen en vaardigheden en hoogwaardige banen te bevorderen en tegelijkertijd sociale rechtvaardigheid te waarborgen.

Om het concurrentievermogen in alle sectoren te ondersteunen, bevat het kompas voor het concurrentievermogen vijf horizontale facilitators die ook tot uiting komen in de op elke lidstaat toegesneden landspecifieke aanbevelingen.

In de landverslagen van dit jaar wordt ook de balans opgemaakt van de uitvoering van de herstel- en veerkrachtplannen en de cohesiebeleidsprogramma's. Nu de herstel- en veerkrachtfaciliteit in 2026 afloopt, is een snelle en gerichte uitvoering van essentieel belang, waarbij de meeste lidstaten de vooruitgang moeten versnellen. Tegelijkertijd publiceert de Commissie vandaag een mededeling over de herstel- en veerkrachtfaciliteit tot 2026, om de lidstaten richtsnoeren te geven voor een soepele en succesvolle afsluiting van het instrument. De Commissie streeft er ook naar de uitvoering van het cohesiebeleid te versnellen, met bijzondere aandacht voor de strategische prioriteiten van de tussentijdse evaluatie.

Rekening houdend met de beleidsdoelstellingen van de EU bieden de landspecifieke aanbevelingen van dit jaar richtsnoeren die zijn toegesneden op de specifieke behoeften van elke lidstaat. Zij weerspiegelen de omvang en de urgentie van de vereiste maatregelen op drie belangrijke gebieden: i) begrotingsbeleid, met inbegrip van hervormingen om de doeltreffendheid van het belastingbeleid en de overheidsuitgaven te vergroten, ii) uitvoering van programma's in het kader van het herstel- en veerkrachtplan en het cohesiebeleid, en iii) resterende en/of nieuwe structurele uitdagingen, met bijzondere aandacht voor het kompas voor het concurrentievermogen.

Versterking van de houdbaarheid van de begroting

Met het voorjaarspakket 2025 van het Europees Semester wordt het eerste volledige jaar van macro-economisch toezicht in het kader van het herziene governancekader afgesloten. Daarin wordt de vooruitgang beoordeeld die de lidstaten hebben geboekt bij de uitvoering van hun budgettair-structurele plannen voor de middellange termijn die vorig najaar zijn ingediend. De Commissie evalueert de naleving door de verwachte netto-uitgavengroei te vergelijken met de door de Raad vastgestelde of in de nationale plannen vastgestelde maxima.

Het pakket van dit jaar onderstreept de flexibiliteit van het herziene kader om onverwachte uitdagingen het hoofd te bieden. In het kader van het in maart 2025 gepresenteerde ReArm Europe Plan/Readiness 2030 heeft de Commissie voorgesteld de nationale ontsnappingsclausule te activeren, waardoor de lidstaten tijdelijk de maximale groeipercentages van de netto-uitgaven kunnen overschrijden om de defensie-uitgaven te stimuleren. *Op verzoek van 15 lidstaten (België,Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Portugal, Slowakije en Slovenië) heeft de Commissie vandaag aanbevelingen aan de Raad aangenomen voor de activering van de nationale ontsnappingsclausule voor de betrokken landen.

Fiscaal toezicht

Wat betreft de lidstaten waartegen een buitensporigtekortprocedure loopt, is de Commissie van oordeel dat voor Frankrijk, Italië, Hongarije, Malta, Polen en Slowakijein dit stadium geen verdere stappen hoeven te worden ondernomen in het kader van de buitensporigtekortprocedure voor deze landen.

Voor België heeft de Commissie, na de indiening van zijn plan voor de middellange termijn, een nieuw correctietraject aanbevolen, dat momenteel in afwachting is van goedkeuring door de Raad. Hoewel de verwachte netto-uitgavengroei van België in 2025 het plafond van deze aanbeveling overschrijdt, blijft deze binnen de flexibiliteit van de nationale ontsnappingsclausule.

De netto-uitgavengroei van Roemeniëligt daarentegen aanzienlijk boven het plafond dat is vastgesteld in het corrigerende traject, wat duidelijke risico's inhoudt voor het corrigeren van zijn buitensporige tekort tegen 2030. De Commissie beveelt de Raad derhalve aan een besluit vast te stellen waarin wordt vastgesteld dat Roemenië geen doeltreffende maatregelen heeft genomen.

De Commissie heeft ook de vooruitgang beoordeeld die is geboekt bij de uitvoering van de plannen voor de middellange termijn van 18 lidstaten. 12 lidstaten (Oostenrijk,Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Griekenland, Letland, Litouwen, Slovenië en Zweden)worden geacht te voldoen aan de aanbevolen maximale netto-uitgavengroei, rekening houdend met de flexibiliteit in het kader van de nationale ontsnappingsclausule, indien van toepassing. Portugal en Spanje voldoen in grote lijnen aan de voorschriften, met beperkte afwijkingen van hun aanbevolen trajecten. Voor Cyprus, Ierland, Luxemburg en Nederland ziet de Commissie echter een risico dat wordt afgeweken van de door de Raad aanbevolen maximale groeipercentages.

De Commissie heeft ook een verslag op grond van artikel 126, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) opgesteld om te beoordelen of vier lidstaten aan het tekortcriterium van het Verdrag voldoen: Oostenrijk, Finland, Letland en Spanje. In het licht van de beoordeling in het verslag is het voor Oostenrijkgerechtvaardigd een op tekorten gebaseerde buitensporigtekortprocedure in te leiden. Na bestudering van het advies van het Economisch en Financieel Comité is de Commissie voornemens de Raad voor te stellen op tekorten gebaseerde buitensporigtekortprocedures voor Oostenrijk in te leiden en aanbevelingen aan de Raad voor te stellen om een einde te maken aan de buitensporigtekortsituatie.

Beoordeling van macro-economische onevenwichtigheden

De Commissie heeft het bestaan van macro-economische onevenwichtigheden beoordeeld in de tien lidstaten die in het kader van het waarschuwingsmechanismeverslag 2025 voor diepgaande evaluaties zijn geselecteerd. Hoewel de economische ontwikkelingen van het afgelopen jaar hebben bijgedragen tot het wegwerken van bepaalde onevenwichtigheden in verschillende lidstaten, vergroot de toenemende onzekerheid over de veranderende handelscontext de risico's.

Estland ondervindt geen onevenwichtigheden, aangezien de kwetsbaarheden in verband met het verslechterende prijs- en kostenconcurrentievermogen en de huizenprijzen momenteel beperkt lijken te zijn.

Cyprus wordt geherclassificeerd als land dat“geen onevenwichtigheden”ondervindt, aangezien de kwetsbaarheden in verband met de externe en particuliere schuld afnemen, deels als gevolg van de sterke economische groei, terwijl de overheidsschuld wordt verminderd dankzij aanhoudende begrotingsoverschotten.

Duitsland wordt ook geherclassificeerd als land dat“geen onevenwichtigheden”ondervindt, aangezien de kwetsbaarheden in verband met het grote overschot op de lopende rekening in de loop der jaren zijn afgenomen en er onlangs aanzienlijke beleidsvooruitgang is aangekondigd.

Hongarije, Griekenland, Italië, Nederland, Slowakije en Zweden blijven onevenwichtigheden ondervinden, aangezien hun kwetsbaarheden over het algemeen relevant blijven.

Roemenië ondervindt nog steeds buitensporige onevenwichtigheden, aangezien zijn begrotingstekort en tekort op de lopende rekening in 2024 zijn toegenomen en zijn kostenconcurrentievermogen is verslechterd.

Werkgelegenheidsrichtsnoeren en uitdagingen op het gebied van sociale convergentie

In het kader van het Europees Semester 2025 stelt de Commissie geactualiseerde richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor om eerlijkere en inclusievere arbeidsmarkten te bevorderen. Voortbouwend op de in december 2024 vastgestelde werkgelegenheidsrichtsnoeren – waarin uitdagingen zoals tekorten aan vaardigheden en arbeidskrachten en de behoefte aan basis- en digitale vaardigheden in het tijdperk van artificiële intelligentie worden aangepakt – handhaaft de actualisering 2025 de kernprioriteiten en past zij zich aan aan nieuwe geopolitieke realiteiten en initiatieven zoals de Unie van vaardigheden en het kompas voor het concurrentievermogen.

In overeenstemming met het kader voor sociale convergentie, dat nu is ingebed in het herziene kader voor economische governance, heeft de Commissie een analyse in twee fasen uitgevoerd van de uitdagingen op het gebied van werkgelegenheid, vaardigheden en sociale vraagstukken in elke lidstaat. De bevindingen van de eerste fase worden gepresenteerd in het gezamenlijk verslag over de werkgelegenheid 2025, terwijl de meer diepgaande analyse van de tweede fase in april 2025 werd gepubliceerd voor tien lidstaten: Bulgarije, Estland, Griekenland, Hongarije, Italië, Kroatië, Litouwen, Luxemburg, Roemenië en Spanje. In het algemeen werden in de tweede fase van de analyse uitdagingen voor opwaartse sociale convergentie voor drie lidstaten (Griekenland, Italië en Roemenië) vastgesteld, rekening houdend met de beleidsreacties die de lidstaten hebben ondernomen of gepland om de vastgestelde risico's aan te pakken. De bevindingen van de analyse zijn in mei ook met de lidstaten besproken in het Comité voor de werkgelegenheid en het Comité voor sociale bescherming, voorafgaand aan de vaststelling van het voorjaarspakket van het Europees Semester 2025.

Voor meer informatie

Vragen en antwoorden over het voorjaarspakket van het Europees Semester 2025

Voorjaarspakket Europees Semester 2025

Economische voorjaarsprognose 2025

Het Europees semester

De faciliteit voor herstel en veerkracht

NextGenerationEU

Cohesiebeleid

Het REPowerEU-plan



Het Europees semester vormt de basis voor een meer geïntegreerde aanpak van het economisch beleid van de lidstaten. Deze Commissie is vastbesloten onze integratie van de interne markt te verdiepen en de collectieve inspanningen voor het concurrentievermogen te coördineren. De aanbevelingen van dit jaar zijn de continuïteit van onze hervormingsagenda en hebben tot doel de lidstaten aan te moedigen in hun streven naar meer innovatie, meer koolstofvrije industrieën en meer strategische autonomie.

Stéphane Séjourné, uitvoerend vicevoorzitter voor Welvaart en Industriële Strategie

Voor het eerst, en als onderdeel van de Unie van Vaardigheden, bevat dit Semesterpakket belangrijke aanbevelingen over vaardigheden, hoogwaardige banen en sociale rechtvaardigheid voor elk land afzonderlijk. Onderwijs is van cruciaal belang voor een geschoolde beroepsbevolking, en het versterkt ook gezonde samenlevingen en functionerende democratieën. Ten tweede is het kader voor sociale convergentie een belangrijk element van het Semester – dat ons in staat stelt nauw samen te werken met de lidstaten om beter te begrijpen waar hervormingen en investeringen het hardst nodig zijn en hoe we deze het best kunnen ondersteunen – door gebruik te maken van EU-financiering uit de herstel- en veerkrachtfaciliteit en het ESF+, wat van cruciaal belang is voor het behoud van een sterke sociale cohesie in heel Europa. Investeringen en hervormingen ter ondersteuning van mensen moeten op Europees niveau als fundamentele prioriteiten worden voortgezet.

Roxana Mînzatu, uitvoerend vicevoorzitter voor Sociale Rechten, Vaardigheden, Hoogwaardige Banen en Paraatheid

Het voorjaarspakket van het Europees Semester van dit jaar komt op een moment waarop de EU nog steeds wordt geconfronteerd met opmerkelijk grote mondiale onzekerheid, handelsspanningen en ernstige veiligheidsdreigingen. De prioriteiten van het voorjaarspakket van dit jaar kunnen in twee woorden worden samengevat: concurrentievermogen en veiligheid. Dit brengt ons inderdaad terug bij de basisprincipes van het Europese project: vrede en welvaart. Hoewel begrotingshoudbaarheid en macro-economische stabiliteit de belangrijkste aandachtspunten van het Europees Semester blijven, is het ook een belangrijk mechanisme om onze gemeenschappelijke inspanningen voor concurrentievermogen, veiligheid, veerkracht en duurzame welvaart te coördineren. Ik kijk ernaar uit met de lidstaten samen te werken om onze gemeenschappelijke prioriteiten te bevorderen op basis van het voorjaarspakket van vandaag.

Valdis Dombrovskis, commissaris voor Economie en Productiviteit en voor Uitvoering en Vereenvoudiging

Mots clés

Articles recommandés

Verovert "revenge quitting" de Belgische werkvloeren?

EU goed op weg is om haar emissiedoelstelling voor 2030 te halen, volgens nationale plannen

1,3 miljoen zelfstandigen: analyse van de belangrijkste trends 2024!