• FR
  • NL
  • EN

Nieuwe ontwikkelingen in de procedure van vereffening en verdeling: Wat houden deze wijzigingen in?

Op 27 mei 2025 heeft de Kamercommissie Justitie een wetsvoorstel aangenomen dat belangrijke wijzigingen met zich meebrengt voor de procedure van vereffening en verdeling, alsook voor de boedelbeschrijving. Deze hervormingen beogen een verhoogde rechtszekerheid en efficiëntie in het licht van het gewijzigde erfrecht.

Vereffening zonder onverdeeldheid: een belangrijke verandering

Een van de belangrijkste wijzigingen betreft de uitbreiding van het toepassingsgebied van de bepalingen inzake minnelijke en gerechtelijke verdeling (art. 1205 e.v. Ger.W.). Deze bepalingen zullen voortaan ook van toepassing zijn in situaties waarin er geen sprake is van een “onverdeeldheid” tussen de betrokken partijen. Deze aanpassing is van belang, aangezien zij tegemoetkomt aan de juridische realiteit die is ontstaan door het nieuwe erfrecht, in werking getreden op 1 september 2018.

De problematiek onder het huidige recht

Op heden vereist een gerechtelijke vereffening-verdeling het bestaan van onverdeelde goederen, d.w.z. goederen die in mede-eigendom zijn. Door het nieuwe erfrecht (dat in werking is getreden op 1 september 2018) heeft een reservatair erfgenaam die niet tot zijn of haar reserve komt uitsluitend recht heeft op een financiële vergoeding, een zogenaamde “inkorting in waarde”, en niet op een aandeel in specifieke goederen van de nalatenschap.

We illustreren de problematiek met een concreet voorbeeld: Een erflater laat twee kinderen na. Eén kind wordt via aangesteld als algemeen legataris en wordt bijgevolg de enige eigenaar van alle goederen uit de nalatenschap. Het andere kind heeft bijgevolg enkel recht op zijn wettelijk voorbehouden deel die hij/zij moet invorderen door middel van een inkorting in waarde. In deze context bestaat er geen onverdeeldheid over de goederen. Niettemin is een vereffening van de nalatenschap onontbeerlijk om de exacte omvang van de financiële vergoeding voor het tweede kind vast te stellen. Onder de oude wet ontbrak hiervoor een expliciete en adequate procedure.

Hetzelfde geldt voor de situatie waarin echtgenoten (gehuwd onder het stelsel van zuivere scheiding van goederen) en wettelijk samenwonenden geen onverdeelde goederen aanhouden, doch wel bij relatiebreuk hun rechten willen vereffenen. Onder het huidige recht kan de familierechtbank in dit geval geen notaris-vereffenaar aanstellen belast met het opstellen van de rekeningen tussen partijen wegens gebrek aan onverdeeldheid en wordt het geschil rechtstreeks beslecht door de familierechtbank.

De impact van de voorgestelde wetswijziging

Het wetsvoorstel wil tegemoet komen aan deze lacune door expliciet te voorzien dat de procedure van vereffening (en verdeling) tevens kan worden aangewend in gevallen waar een "vereffening" volstaat om de financiële aanspraken van partijen te kwantificeren, zelfs indien er geen onverdeeldheid betreffende de goederen aanwezig is. De familierechtbank wordt hiervoor bevoegd verklaard, wat een aanzienlijke verhoging van de rechtszekerheid met zich meebrengt.

Kleine nuance: de loutere vereffening na relatiebreuk tussen feitelijk samenwonende partners valt daarentegen momenteel niet onder de bevoegdheid van de familierechtbank en behoort niet tot het toepassingsgebied van de bepalingen inzake vereffening-verdeling. Deze vallen immers onder de bevoegdheid van de rechtbank van eerste aanleg. Het wetsvoorstel beoogt momenteel niet om deze beperking van de materiële en persoonlijke bevoegdheid van de familierechtbank te wijzigen.

Duidelijkheid inzake bevoegdheid bij geschillen over de boedelbeschrijving

Naast de vereffening zonder verdeling beoogt de wetswijziging ook meer duidelijkheid inzake de bevoegdheidsverdeling bij geschillen die zich voordoen tijdens het opstellen van de boedelbeschrijving.

De onduidelijkheid onder het huidige recht

In de praktijk rees regelmatig de vraag welke rechterlijke instantie bevoegd was om kennis te nemen van geschillen met betrekking tot de boedelbeschrijving (een gedetailleerde inventaris van de activa en passiva van een nalatenschap). Conflicten over bijvoorbeeld de toegang tot een onroerend goed waar de boedelbeschrijving moet plaatsvinden, of de weigering om de eed af te leggen, leidden tot onzekerheid over de bevoegdheid van de vrederechter dan wel de familierechtbank.

De impact van de voorgestelde wetswijziging

Het wetsvoorstel bevestigt thans uitdrukkelijk de concurrentiële bevoegdheid van de vrederechter en de familierechtbank bij geschillen betreffende de boedelbeschrijving in het kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling. De notaris die is aangesteld voor de vereffening, krijgt de discretionaire bevoegdheid om het geschil voor te leggen aan de vrederechter óf aan de familierechtbank die hem heeft aangesteld. Deze flexibiliteit stelt de notaris in staat om de meest opportune en efficiënte juridische weg te kiezen, afhankelijk van de aard en complexiteit van het geschil.

Andere relevante aanpassingen:

Overgangsbepalingen: wanneer treedt de nieuwe wet in werking?

Het wetsvoorstel werd ondertussen op de plenaire vergadering van de Kamer op 12 juni 2025 zonder aanpassingen goedgekeurd en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd. Indien de Koning de tekst van het wetsvoorstel bekrachtigt, wordt de wet vervolgens afgekondigd en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Tien dagen na de bekendmaking van de wet in het Belgisch Staatsblad, treedt de wet in werking, tenzij de wet anders bepaalt.

Het wetsvoorstel beoogt dat de nieuwe regels van toepassing zijn op vorderingen tot vereffening-verdeling die nog niet "in beraad" zijn genomen door de rechtbank op het moment van inwerkingtreding van de wet. Ook nieuwe vorderingen die nadien worden ingesteld, vallen onder de nieuwe regeling.

Conclusie

Deze wetswijziging is een belangrijke stap naar een efficiëntere en duidelijkere procedure voor vereffeningen en verdelingen in het kader van het vernieuwde erfrecht. Heeft u vragen over een vereffening, verdeling of boedelbeschrijving? Aarzel dan niet om contact op te nemen voor advies op maat.

  • Uitdrukkelijke verzaking aan boedelbeschrijving: het wetsvoorstel vereist een uitdrukkelijke verzaking aan de boedelbeschrijving
  • Vaststelling van de plaats van boedelbeschrijving: de notaris moet voortaan ook de plaats van de boedelbeschrijving vaststellen, om discussies te vermijden ingeval de woon- en verblijfplaatsen van partijen niet gelijk zijn
  • Actualisatie van bestaande boedelbeschrijvingen: indien reeds een boedelbeschrijving is opgemaakt, kan in het kader van een gerechtelijke vereffening-verdeling volstaan worden met een proces-verbaal van vergelijking dat de initiële beschrijving actualiseert of aanvult met nieuwe elementen
  • Startpunt termijn voor staat van vereffening: er zijn wijzigingen in de berekening van de termijn van vier maanden waarbinnen de notaris een staat van vereffening moet opstellen na een beslissing over een tussentijds proces-verbaal van geschillen. Indien de beslissing uitvoerbaar is bij voorraad, start de termijn na een schriftelijk verzoek van een partij die uitvoering vraagt op eigen risico (art. 1398 Ger.W.). Indien de beslissing niet uitvoerbaar is bij voorraad, start de termijn pas wanneer de beslissing in kracht van gewijsde is getreden.


Mots clés

Articles recommandés

Een nieuw hoofdstuk voor de GBA – Wetswijziging en nieuw RIO

Preferentiële oorsprong: bijwerking van informatienota Eu-Vietnam

Digitalisering van de organisatie hoger op Belgische werkgeversagenda dan Europees gemiddelde