• FR
  • NL
  • EN

Algemene meerwaardebelasting op roerende goederen: ontdek de verrassingen in de ontwerptekst!

Het debat over de belasting van roerende inkomsten neemt een nieuwe wending. Een ontwerptekst, die momenteel nog in bespreking is maar al breed werd verspreid, legt de fundamenten van een algemene meerwaardebelasting op roerende goederen, met een geplande inwerkingtreding op 1 januari 2026. Deze hervorming zou een fundamentele breuk betekenen met het huidige Belgische systeem, waarin meerwaarden binnen de normale beheercontext van het privévermogen doorgaans vrijgesteld zijn.


Een volwaardige, permanente belasting

  • Het gaat om een structurele belasting, geen eenmalige of tijdelijke bijdrage.
  • Het basistarief bedraagt 10 %, maar met een gedeeltelijke vrijstelling en progressieve opbouw voor zogenaamde “significante meerwaarden”.


Een progressieve tarievenstructuur

Voor grote meerwaarden voorziet het ontwerp in een getrapte heffing:

  • Tussen 1 en 2,5 miljoen EUR: 1,25 %
  • Tussen 2,5 en 5 miljoen EUR: 2,25 %
  • Tussen 5 en 10 miljoen EUR: 5 %
  • Boven 10 miljoen EUR: 10 %

Het systeem beoogt een eerlijker verdeling van de belastingdruk, door hogere meerwaarden zwaarder te belasten.


Zeer ruime toepassingssfeer

De belasting zou van toepassing zijn op vrijwel alle roerende activa, waaronder:

  • Beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde aandelen
  • Obligaties en afgeleide producten
  • Aandelen in beleggingsfondsen
  • Levensverzekeringen (tak 21 tot 44)
  • Crypto-activa

Alle beleggers vallen onder het bereik van de regeling, ook wie belegt in producten met gewaarborgd rendement of in fiscaal voordelige verzekeringscontracten.


Technische uitdagingen: waardering van niet-beursgenoteerde titels

Een cruciaal aandachtspunt is de waarderingsmethode voor niet-beursgenoteerde aandelen. Er worden twee benaderingen voorgesteld:

  • Op basis van financiële kengetallen, zoals de EBITDA-multiple
  • Of via een onafhankelijke waarderingsdeskundige

Deze keuze is essentieel voor familiale holdings of KMO’s, waar een beurskoers ontbreekt en transacties zeldzaam zijn.


Inning via financiële tussenpersonen

De heffing zou in de praktijk via bronbelasting worden geïnd door tussenpersonen, zoals banken of beheerders. Dit moet zorgen voor administratieve eenvoud en rechtszekerheid.


Voorziene vrijstellingen en versoepelingen

Het ontwerp houdt ook rekening met verzachtende maatregelen:

  • Vrijstelling voor kleine meerwaarden
  • Volledige vrijstelling voor activa die langer dan 10 jaar worden aangehouden, als stimulans voor langetermijninvesteringen


Afschaffing van bestaande heffingen

Tegelijkertijd worden twee bestaande heffingen geschrapt:

  • De Reynders-taks, die vandaag van toepassing is op meerwaarden binnen beleggingsfondsen
  • De verzekeringstaks van 2 % op levensverzekeringen, die zou worden verlaagd naar 0,7 %


Conclusie

De invoering van een algemene meerwaardebelasting op roerende goederen vanaf 2026 zou een fundamentele hervorming van het Belgische fiscale landschap betekenen.

Het doel is een meer coherente en rechtvaardige fiscaliteit, maar de praktische en juridische gevolgen zullen aanzienlijk zijn voor investeerders.

De komende politieke onderhandelingen en de finale wettekst zullen bepalend zijn voor de manier waarop deze nieuwe belasting werkelijkheid wordt.

  • Impôt sur les plus-values - Meerwaardebelasting.pdf

    Document: PDF

    Télécharger

Mots clés

Articles recommandés